Een week na de bijeenkomst Science on line op 30 mei in Leiden, viel mijn oog op een schrijfwedstrijd, georganiseerd door Science. Het blad had jonge onderzoekers gevraagd hoe ze
zich voorstelden dat de wetenschapscommunicatie er in 2063 uit ziet. De uitkomsten pasten - niet verwonderlijk - uitstekend bij de discussies tijdens die Leidse bijeenkomst. Want uit de 150 ingezonden essays, was volgens Science van vjjf april maar een conclusie
mogelijk: over 50 jaar zullen onderzoeksresultaten vanaf hun eerste formulering online
beschikbaar zijn.
Manuscripten gaan niet meer langs een besloten clubje reviewers, schrijft bijvoorbeeld de Nederlandse neurowetenschapper Annelinde Vandenbroucke. Ze worden in plaats daarvan gepost op een gespecialiseerde subsectie van een openbaar, General Platform. Wie wil, geeft
openlijk commentaar, waarna de auteur zijn onderzoek en zijn artikel bijstelt.
Intussen jagen editors van journals naar het onderzoeksverhaal
dat hun doelgroep aanspreekt. Vandenbroucke hoopt dat haar artikel dan wordt geselecteerd door een breed gelezen blad. ‘Liefst met een commentaar erbij.’
Moleculair bioloog en informaticus Matthew
Oberhardt denkt dat science communication voor een groot deel via apps gaat
verlopen, waarbinnen we inzoomen in kaarten. Bijvoorbeeld in de
driedimensionale kaart van ons eigen DNA. Daar zoomen we dan in op DNA-stukken
betrokken bij borstkanker, harfalen of MS, waarna allerhande blogposts,
infographics, wetenschappelijke artikelen, leefstijltips of zelfs verhalen van
patienten op kunnen ploppen. In een
tweede app browse je bijvoorbeeld over een wereldbodemkaart, waarna je al
klikkend gaat naar bodemeigenschappen, landbouwtips, filmpjes en
wetenschappelijke artikelen over de bodem in het Noorden van Congo, of de
Amazone. Daarnaast kun je dan ook, zoals de Ghanese biochemicus Patrick Kobina
Arthur dat noemt ‘fan pages’ downlooaden. Fan pages zijn de sites van
onderzoeksgroepen waarin ze dagelijks verslag doen van hun inzichten over
actuele kwesties. ‘Voor hun lol’, schrijft Arthur, ‘maar ook omdat crowd
funding het belangrijkste financieringsinstrument is geworden.’
Ik las vandaag in De Metro dat er al 30.000 Nederlandstalige apps zijn die mensen vertellen over gezondheid. Al met al lijkt het dus zeker geen vijftig jaar te duren voordat dergelijke visies werkelijkheid worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten